De oude heer Staalhof heeft zijn twee artistieke zonen, een musicus en een schilder, een gemeenschappelijk buiten nagelaten in Gelderland, Dodona I en II, genoemd naar een plaats in het klassieke Epirus, waar in het ruisen van de eiken het orakel stem kreeg. Beide vreemde, 19e eeuwse bouwels worden beheerd door een rentmeester, die zijn vrouw op de rand van de waanzin brengt, maar die bovendien, als een soort gepersonifieerd kwaad monster, dat niets onderneemt, alleen al in zijn bestaan voortdurend de angst suggereert en aan zijn omgeving een doem oplegt.