Wat is er aan de hand, als praktisch op elk gebied van onze samenleving we uit elkaar worden gedreven en aan tegengestelde polen belanden? In de wereld van de psychiatrie en bij de vakbonden, op politiek terrein zowel als in de kerken, bij het onderwijs zo goed als in de kunst en vooral tussen de generaties onderling: overal zijn de polariserende tendenzen oorzaak van verbitterde coinflicten en dodelijke spanningen.

Dit boek wil de oorzaken van die tegenstellingen aanwijzen, laten zien dat de schuld niet zozeer ligt bij A of B, maar dat de spanningen veeleer het gevolg zijn van snelle maatchappelijke veranderingen.

We beleven namelijk in onze westerse maatschappij het versneld aflopen van zes tijdperken: het agrarisch, het constantijns en het renaissancistisch tijdperk; dat van de blanke en van de mannensuprematie; en van de joodse ballingschap.

Het samenvallen van deze versnelde eindes veroorzaakt een zo hevig schokeffect, dat velen denken dat het einde der tijden nabij is. De auteur laat zien dat deze eindes ook mogelijkheden in zich bergen van een nieuw begin.