Welke zorg hebben veteranen nodig als zij terugkeren van een missie? En welke bijdrage leveren de Diensten Geestelijke Verzorging bij de krijgsmacht hieraan? In deze bundel wordt in deel I een overzicht gepresenteerd door het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV) in de persoon van mw. drs. M. Hueting. Voor de militaire GGZ beschrijft drs. M. Meijer vervolgens welke uitgangspunten, doelstellingen en werkwijzen de geestelijke gezondheidszorg voor militairen hanteert. In de opzet van deze bundel fungeren deze beide psychologische bijdragen vanuit het zorgstelsel voor militairen tevens als context van reflectie op de bijdrage van geestelijke verzorging bij de krijgsmacht. In deel 2 van deze bundel plaatsen experts inzake de theorie omtrent geestelijke verzorging haar bijdrage aan de krijgsmacht en aan veteranenzorg uitdrukkelijk in het teken van de morele vorming. Dr. P.H. Vos laat zien hoe het karakter van het werk van de geestelijke verzorging anders is door de onvoorwaardelijke keuze voor de persoon en zijn trouw aan het verhaal en belicht hij de consequenties hiervan voor deugdethisch gerichte morele vorming. Dr. M. Schok en drs. J.-H. Mooren signaleren de noodzaak en mogelijkheid van een eigen inhoudelijke bijdrage van geestelijke verzorging naast die van professionele zorgverleners, en ze situeren de functie van de substantie van levensbeschouwingen in deze samenwerking. Prof. dr. A.H.M. van Iersel geeft ten slotte zijn visie op de vraag hoe zingeving en levensbeschouwing na ervaringen van geweld verweven zijn en formuleert op basis hiervan beleidsmatige uitgangspunten voor afstemming met zorgverleners.