Door de eeuwen heen trokken tal van kunstenaars naar West-Friesland om daar de fraaie architectuur van de steden Hoorn, Enkhuizen en Medemblik vast te leggen. Deze drie steden vormen00het uitgangspunt van De schilders van West-Friesland. Hoorn en Enkhuizen dankten hun welvaart aan de VOC en Medemblik spreekt als het oudste stadje van West-Friesland tot de verbeelding. West-Friesland bood kunstenaars een unieke sfeervolle omgeving waarin de stadjes aan het water van de toenmalige Zuiderzee menigeen inspireerden tot het vastleggen van stadsgezichten.00In de begintijd treffen we veelal maritieme stukken met een stadsprofiel, maar later in de 18e en vooral in de 19e eeuw worden de steden veelvuldig vastgelegd door befaamde kunstschilders als Cornelis Springer (1817-1891) en Adrianus Eversen (1818-1897). In de 20e eeuw is iemand als Willem Bastiaan Tholen (1860-1931) ook een fervent bezoeker van de regio. Opvallend is de veelvuldigheid waarmee de elite zich liet portretteren door lokale kunstenaars en door portrettisten van buiten. Hoorn kende een uitgesproken portrettraditie met schutterstukken en tal van losse portretten. In De schilders van West-Friesland is ook aandacht voor de opmerkelijke stillevens van Herman Hengstenburg (1667-1726) en Matthias Withoos (1627-1703).00De schilders van West-Friesland is een rijk geïllustreerd boek dat in de kast van kunstliefhebbers niet mag ontbreken. De talloze afbeeldingen tonen de mooiste werken uit onder meer de collectie van het Westfries Museum: van deftige portretten en alledaagse huiselijke taferelen tot enorme schuttersstukken en stillevens. Dit boek is een nieuw deel in de succesvolle reeks over Nederlandse kunstenaarskolonies en maakt onderdeel uit van een indrukwekkende lijst aan belanghebbende plaatsen in de kunstgeschiedenis.